Het schrijfleven is als een gang vol met deuren. Elke deur staat voor een ander verhaal dat zich nu nog in mijn hoofd bevindt. Het hoeft “alleen nog maar” getypt te worden. Was het maar zo makkelijk.
Mijn grootste project ooit is nu bijna afgerond. Ik kan hier verder niets over zeggen, maar wat een trip was dat. Vallen en opstaan, opnieuw en opnieuw, vloeken en jubelen, om uiteindelijk rete-trots te kunnen zijn. Dit is mijn werk, dit is mijn droom. Rete-trots, zeg ik je.
Maar dan. Het project met Inge hopen we eind april af te ronden. Het is een project waar ik niet al mijn tijd aan kwijt ben. Target – 2 is nog bij de redactie, hopelijk kan ik die heerlijke, spicy novelle vlot afronden.
En dan val ik een beetje in een gat. Zoveel deuren. Ga ik beginnen met een nieuwe thriller, waarvan ik al een paar hoofdstukken op papier heb staan? Ga ik starten met vier spicy feelgood novelles? Of ga ik dat jeugdboek eindelijk afronden?
Ik laat dat gat maar even voor wat het is, denk ik. Even rusten op het koele zand, naar boven kijkend hoe de toppen van de bomen in de wind ruisen. De juiste deur gaat vanzelf open. En dan kan ik me weer heerlijk onderdompelen in een nieuw verhaal.