Mijn aantekeningen en mijn manuscript ligt om me heen verspreid, uitgeprint en met extra ruimte om aantekeningen te kunnen maken. Het lijkt een wirwar aan papieren, maar er zit ergens echt wel logica in. Hoewel ik het soms ook niet meer zie, worstel ik me verder door alle woorden, scenes en hoofdstukken, en probeer ik alle stukjes goed op elkaar aan te laten sluiten.
Ik vind redigeren leuk als ik er eenmaal mee bezig ben, maar ik moet me er ook echt toe zetten, omdat ik weet dat het soms overweldigend kan zijn. Al die kleine details, uiteindelijk moet het toch helemaal kloppen. Gelukkig heb ik mijn geweldige proeflezers, die me wijzen op kleine of grote onvolkomenheden. En uiteindelijk, als het helemaal klaar is, zullen er nog vele ogen overheen lezen om letterlijk alle puzzelstukjes in elkaar te laten vallen mocht dat nog nodig zijn.
Het einde is voor nu bijna in zicht. 60.000 woorden zal dit eerste gedeelte bevatten, ongeveer, waarvan er nog zo’n 20.000 moeten worden aangepast in het digitale document. Als dat klaar is, zal het hele document naar mijn coach gaan (Lili van de Lettervrouw, waar ik al eerder mee heb samengewerkt). Als zij het manuscript heeft geanalyseerd, gaan we samen verder, wordt er weer geoefend, geschreven en geschrapt, en zal ik het manuscript gaan aanvullen tot 80.000 woorden. Ongeveer. Maar dat duurt nog even 🙂
PS Lang heb ik getwijfeld over de titel van mijn boek. Maar BLOED gaat het worden. Het past precies en meer woorden heb ik niet nodig. Kort en bondig is soms perfect.